Zoals wij het al eerder gewend waren van onder andere Jo Meessen, had Geert van Winkel wederom een mooie molentocht georganiseerd voor de leden van het Gilde van Vrijwillige Molenaars afdeling Limburg. Dit jaar ging het richting West Brabant.
Onze “vaste” buschauffeur Jan bracht ons naar Meeuwen, naar De Witte Molen, bij de Brabanders beter bekend als “De Meulen”.
Dit is een graanmolen die in 1987 enkele honderden meters verplaatst is om de molen een goede biotoop te geven. De molen is nu weer maalvaardig en heeft twee koppel 17der kunststenen. Enkele jaren geleden is nabij de molen een naoorlogse noodwoning opgebouwd. De Witte Molen is bekend van zijn gemengde granen voor kippen, kanaries, parkieten en konijnen en je treft deze producten ook in onze regio aan in de dierenwinkel.
Nummer twee, De Noorderveldse Molen te Dussen, een wipmolen in een gebied waar in het begin van de twintigste eeuw zeven wipmolens stonden. De voorganger van de huidige molen brandde in 1992 geheel af. De herbouwde molen werd in 1998 door Prins Claus, als beschermheer van De Hollansche Molen, in bedrijf gesteld. Een molen met een lang gevlucht.
Vervolgens naar de Uitwijkse molen en de vlak daarbij gelegen Zandwijkse molen. Beiden wipmolens en eveneens eigendom van de Molenstichting Het Land van Heusden en Altena. Maalvaardige in circuit zijnde poldermolens.
Dan naar De Hoop in Veen, een ronde stellingmolen, korenmolen anno 1838 en een vlucht van 24.30 meter. De molen die opviel door zijn koppel 18der stenen en zijn omwentelingen. In 2014, 758.000. Begin er maar aan.
De volgende molen werd De Twee Gebroeders uit 1872 in Wijk en Aalburg, een ronde stenen stellingmolen met als functie graanmolen. Deze molen gold in de jaren 1930-1940 als voorbeeld voor een moderne windmeelfabriek. Dit omdat de toenmalige eigenaar tal van moderniseringen in de molen aanbracht.
Als laatste het vestingstadje Heusden met zijn bekende standaard molens op de vestingwallen met het uitzicht over de Bergsche Maas. Op korte afstand gelegen zijn de drie standaardmolens, die eigenlijk meer op de toerist afgestemd zijn. De molens bepalen voor een belangrijk deel samen op een unieke wijze het gezicht van het vestingstadje. Molen nummer twee is in 1973 gebouwd en lijkt meer op een wipmolen. Vooral de trap doet hieraan denken. Dit omdat het bestaande bastion nogal wat krap gehouden was. Inpassen dus. De maalstenen van de achtermolen, die bij de bouw gestolen waren, zijn nog steeds niet vervangen. Nabij de molens ligt een heemtuin, de Meulenwerf, natuur in de vorm van planten,bloemen, bloesem, dieren en vruchten, vaak eetbaar en soms geneeskrachtig.
Na een korte wandeling door het vestingstadje terug naar de bus, naar Ospel. Daar wachtte een dinerbuffet in het gemeenschaphuis.
Met dank aan de organisatie die ons een mooie dag bezorgd heeft.
Heusden en Altena, 26 september 2015.