Onderzoek wijst uit dat achterstand bij instandhouding van molens dreigt

Jaarlijks 5 miljoen extra nodig voor behoud Nederlands icoon

Amsterdam – Op woensdag 3 juni presenteert vereniging De Hollandsche Molen het onderzoeksrapport Molentoekomst tijdens het gelijknamige congres in Utrecht. Het onderzoek toont aan dat de instandhouding van molens een structureel tekort kent van 5 miljoen euro per jaar. De vereniging overhandigt tijdens het congres het onderzoeksrapport aan Marjan Hammersma, directeur-generaal Cultuur en Media van het Ministerie van OC&W. De Hollandsche Molen nodigt alle betrokkenen uit om te werken aan oplossingen. De vereniging wil voorkomen dat Nederland afstevent op een landelijk icoon in verval.

 

Vanaf september 2014 tot juni 2015 is in het kader van Molentoekomst onderzoek gedaan naar zes aspecten van het molenbehoud. Onder de overkoepelende vraag ‘Is het molenveld voldoende op de toekomst voorbereid?’ beantwoordden 195 moleneigenaren vragen over financiën, organisatie en nevenbestemming van de molen. Aangevuld met een bureauonderzoek naar de monumentale waarden en de molenbiotoop en een kwantitatief onderzoek naar vrijwilligersbereidheid heeft de vereniging de kansen en bedreigingen voor de molens in kaart gebracht.

De hoofdconclusie die de vereniging heeft getrokken betreft het structurele financiële tekort van 5 miljoen euro per jaar voor restauraties en onderhoud. Uit het onderzoek komt naar voren dat de geldvraag ook verdere consequenties heeft voor de andere vijf aspecten. De betrokken organisaties moeten werken aan hun kennis over fondsenwerving, hebben behoefte aan kundige bestuursleden en jaarlijks moet het veld aangevuld worden met 500 vrijwillige krachten. Ook de mogelijkheden om inkomsten te genereren uit nevenfuncties in en rondom de molen, zorgen voor nieuwe werkvelden waar vele molenstichtingen geen ervaring mee hebben.

Ook in Limburg geldt deze problematiek. Hierbij komt voor de Limburgse moleneigenaren nog een tweede uitdaging, namelijk de verdere bundeling van hun krachten in het behartigen van de molenbelangen. De provincie kent, naast enkele gemeenten en molenstichtingen, in hoofdzaak particuliere moleneigenaren met slechts één molen in eigendom. Daardoor is het molenveld in Limburg méér versnipperd dan elders in Nederland.

Het onderzoek toont aan dat het molenveld goed georganiseerd is, ondanks de vele eigenaren en betrokkenen. En dat het veld zelf veel oplost, heeft het verleden uitgewezen. “Dat de molens er nu zo goed bijstaan, hebben wij als molenveld, samen met de overheid, gerealiseerd”, aldus Leo Endedijk, directeur van vereniging De Hollandsche Molen, “samen zorgen wij dan ook voor de molens van morgen. Dit betekent dat de geldvraag niet exclusief bij de overheid wordt neergelegd, maar de overheid is wel een onmisbare partner voor de molens.” De Hollandsche Molen gaat in de komende periode aan de slag om die 5 miljoen euro bij elkaar te brengen.